Monthly Archives: October 2012

“The whole universe is like some big FedEx box.”

Het is zo verleidelijk om het hier te hebben over die ene zondagse zin, tot in den treure herhaald; iets met een plaat en een idioot, in een schril stemmetje vol frustratie en chagrijn. Maar ik doe het niet. Ik kies vandaag voor de pracht van taal. Voor de ogenschijnlijk simpele schoonheid van de zinnen van Haruki Murakami, de Japanse schrijver die twee weken terug nog net naast de Nobelprijs literatuur greep. Van mij krijgt Murakami bij deze wel een onderscheiding. Uitgereikt door het enige lid van het comité. Die voor de mooiste zin van de afgelopen zomer. Mag dat ook? 

Want je hebt zo van die zinnen. Je leest maar door, hongerig naar wat nog komt, bijna vergetend wat net gezegd is. Maar dan valt je oog op één regel. En overvalt je het gevoel dat je niet anders kan dan deze zin in een klein potje bewaren, dat heel ver weg te brengen en helemaal voor jezelf te houden. Of de keten van woorden steeds opnieuw luidop lezen tot ook de klanken hun betekenis verliezen. En het niet meer zo erg is dat het jouw zin niet is.

Ergens in ‘Kafka on the Shore’ (2002), een Oedipaal coming of age-sprookje waarin de 15-jarige Kafka Tamura wegloopt van zijn kattenmoordende vader, duikt de vreemde figuur van Colonel Sanders op. Hij is het witgesikte boegbeeld van de Amerikaanse fastfoodketen Kentucky Fried Chicken en in dit geval ook pooier in de achterafstraatjes van Takamatsu. Als icoon van de Amerikaanse cultuur en het kapitalisme verkondigt hij merkwaardig genoeg filosofische ideeën van Plato, Hegel en co. Maar dan wel op z’n Murakami’s: “Listen, every object’s in flux. The earth, time, concepts, love, life, faith, justice, evil – they’re all fluid and in transition. They don’t stay in one form or in one place forever. The whole universe is like some big FedEx box.”

De kosmos herleid tot een doos die steeds weer dooreen wordt geschud. De schoonheid van deze zin schuilt in haar ongekunsteldheid. Er staat geen woord teveel. De sobere taal van Murakami laat de lezer genoeg ademen. En dat is nodig, want de eenvoud van Murakami’s zinnen – en zeker deze –  zijn bedrieglijk. Ze lijken zomaar eventjes neergepend, omdat ze zo gemakkelijk lezen. Maar net zoals in de jazz waar Murakami zo van houdt – hij had in een vorig leven nog een jazzbar – worden de teugels van de structuur zeer strak gehouden. Het is steeds complexer dan het lijkt. Op die manier smokkelt Murakami op een zeer vernuftige manier metafysische bespiegelingen in zijn werk, zonder dat het pedant of storend wordt. Want de vreemde personages, allen met een serieuze hoek af, spuien evengoed vulgaire praat en katten praten ook. En hoe kan je dit beter samenvatten dan met een quote van de Amerikaanse cult- en pulpschrijver Charles Bukowski? “An intellectual says a simple thing in a hard way. An artist says a hard thing in a simple way.” Murakami balt absurditeit, metafysische bespiegelingen en simpele schoonheid in één zin. Dat verdient toch een prijs.

Tagged , ,

Zinnenprikkelend

Zinnen vind je overal. In een godvergeten boek op de rommelmarkt,een film waarvan je de naam vergeten bent of zelfs (zucht) de zoveelste verkiezingsfolder. In deze blog schrijf ik over de ethiek en esthetiek van zinnen, hun verrukking of verachtelijkheid, hun afkomst en ja, bekomst. Elke week raap ik voor u één zin op en laat u baden in woorden. Zinnenprikkelend.